VHS, een afkorting van Video Home System, is in het begin van de jaren 70 ontwikkeld door de Victor Company of Japan (JVC). In de jaren tachtig was VHS goed voor 60% van de Amerikaanse markt en was het de nummer 1 van thuisvideo geworden.

Hoewel het concurrerende formaat, Betamax, van Sony was, is er een korte periode geweest waarin andere bedrijven zoals o.a. Philips verschillende tapeformaten en schijfsystemen op de markt brachten. Deze systemen stierven al snel uit terwijl VHS kon overleven dankzij een aantal voordelen, waaronder de mogelijkheid om de banden sneller terug en vooruit te spoelen. Echter, was het vooral de langere opnametijd die in het voordeel van VHS was.

De verkoop van VHS-banden bereikte een hoogtepunt met de release van Lion King in 1994, die alleen al in de Verenigde Staten meer dan 30 miljoen exemplaren verkocht. Het VHS-formaat bleef de komende twee decennia de markt heersen, totdat dvd’s in beeld kwamen.

Tegen de jaren 2000 waren dvd’s duidelijk het favoriete videoformaat en begon VHS uit de markt te drukken. De laatste VHS-tape die groots werd geproduceerd was “The History of Violence”, een Amerikaanse misdaadthriller uit 2005.

Standaard VHS-banden hebben een videorecorder (Video Cassette Recorder) nodig om ze af te spelen. De VHS-C-banden waren daarentegen een compactere versie van de VHS. Deze werden geproduceerd voor gebruik in kleinere camera’s en camcorders en konden in VHS-shell-adapterbanden worden gestoken. Hierdoor konden ze worden afgespeeld met een gewone  videorecorder. VHS-banden nemen tot 200 minuten op in SP-modus (of 600 minuten in EP-modus), terwijl VHS-C-banden 40 minuten opnemen in SP-modus (of 120 minuten in EP-modus).